Van koffiehuis tot motorhandel, maar de bar blijft staan
Onderdijk
“In een café is het leuker voor de bar. Nu het een winkel is, is het leuker achter de bar”, vertelt Kees Brandsen (Nesville), die samen met zijn vrouw Vera Koning de zaak Nesville Moto Guzzi voor motoren runt. Tot 1992 was in het gebouw café de Landbouw en later café ’t Heltje gevestigd.
In 1909 kocht tuinder Siemon Zwart een burgerwoonhuis van de familie Mol aan de Onderdijk 175. Toen Siemon geopereerd werd aan zijn knie was hij bang daar een stijf been aan over te houden. Achteraf viel dat mee. Maar om toch van een inkomen verzekerd te zijn werd voor het woonhuis een koffiehuis gebouwd dat gerund werd door de vrouw van Siemon, Marie van Ammers.
Kassiesvensters
Daar kwamen vooral kassiesvenster die met groenten en fruit langs de deur gingen en lappenpoepen, die textiel aan huis verkochten. Het was er rustig, alleen ’s zondags werd het steeds drukker. De jeugd kwam er kaarten en biljarten, ’s avonds na het lof meestal de vrijgezellen die begonnen met een kop chocolademelk en daarna een biertje namen. Om 23.00 uur ging de zaak dicht. Met de kermis werd een grammofoonversterker van Bertus Bakker uit Medemblik gehuurd. Op 1 januari 1932 werden Arie Kaarsemaker en Trien Mol, die eerst een kruidenierszaak hadden, de nieuwe eigenaren. Het was sappelen in de crisisjaren en de oorlog van 1940-1945. Alcoholische dranken waren er, behalve punch, niet meer te koop. Na de oorlog ging het beter en krijgen ze een volledige tapvergunning A en B. Verenigingen hielden er hun bestuurs- en feestvergaderingen en er werden bruiloften en jubilea gevierd. Op 12 mei 1956 komt het café in handen van Nic Mol-Kaarsemaker. Het café draait best, want talloze verenigingen hielden er hun avonden en vergaderingen. De naam ’t Heltje is bij Arie en Trien onstaan. Met de kermis was het café veel te klein, dan haalden ze alles uit de kamer en werden er tafels en stoelen in gezet. Die ruimte werd door de klanten ‘de Hel’ genoemd. in 1973 nemen Martin en Elly Jong de zaak over en veertien jaar later gaat hij over in handen van Jos en Ria Koper-Brandsen. Zij verkochten de zaak in 1991 aan Kees en Vera Nesville.
Laatste bier
Op 14 januari 1992 met ‘Oogstdankdag’, die jaarlijks door agrariërs gevierd wordt, vloeit voor de laatste maal het bier. De volgende dag begint de verbouwing tot motorshop. Veel hebben ze gelaten zoals het was. Een groot deel van de bar is gehandhaafd en de krukken staan er ook nog. De opslag voor biervaten werd kantoor, de keuken veranderde in een werkplaats en het herentoilet werd magazijn. “Wij realiseren ons heel goed dat die verandering mensen pijn gedaan heeft”, zegt Kees. “Er waren er die elke dag aan de bar zaten, ze leefden in het café, dat voor velen ook een sociale functie had. Wat ze niet zagen was dat het in die tijd economisch slecht ging in de horeca.”
Lekker crossen
De naam Nesville is niet hun eigen naam. De naam is achthonderd meter verderop, aan de Nes, ontstaan waar Vera en Kees in een schuur achter hun huis de motorwinkel begonnen. Van kleins af aan was hij dol op alles wat met motoren te maken had. Eerst brommers, maar vanaf een jaar of twaalf werden het motoren. “Lekker crossen achter de dijk.” Af en toe deed hij een klusje aan de motor van kennissen, maar dat af en toe werd heel vaak. En dan kom je op het punt om van je hobby je werk te maken: “Maar op het moment dat het je werk wordt, ben je je hobby kwijt. Dan moet je zakelijk worden en geld vragen voor wat eerst een vriendendienst was. Dat is aanvankelijk best moeilijk.”
Grapje
Toen heeft de zaak deze naam gekregen. Eigenlijk was het een grapje. Nes is Westfries voor aanslibsel en ville, village, uit het Frans, betekent stad, dorp. De keuze voor het Italiaanse merk Moto Guzzi heeft Kees al jong gemaakt. “Het was in die tijd veel sleutelen en weinig rijden, maar dit merk bleek betrouwbaar. Toen ik er voor het eerst op reed had ik iets van ‘dit is het einde, die brengt ons helemaal naar de andere kant van de wereld’, en zo is het gebleven.” Kees heeft de technische kant van de zaak in handen.
Beetje helpen
En Vera? “Och ik help gewoon een beetje”. Daar komt manlief tegen in het geweer: “Zonder haar zou ik het niet redden. Naast de boekhouding, het schoonmaken en het entertainment van de klanten is zij degene die helpt bij het aanmeten van een helm en advies geeft over de kleding, daarin is zij veel fijngevoeliger dan ik.” De bar met de krukken blijven: “Dat is gewoon veel gezelliger en belangrijk voor de toekomst gezien de nog aanwezige volledige horecabestemming op dit pand.”
Door Martijntje de Haan, als bron is een artikel van Jac Stavenuiter uit januari 1992 gebruikt.